Voor Wereldoorlog II
Tijdens zijn diensttijd in de Eerste Wereldoorlog had Louis op verzoek van zijn vader literatuuronderzoek naar blauwdruk gedaan aan de Universiteit van Amsterdam en ook de lichtgevoelige diazo-chemicaliën leren kennen. Toen hij na de oorlog in het bedrijf van zijn vader begon te werken, begon hij onmiddellijk met onderzoek van blauwdrukmaterialen. Die werden toen al door de onderneming van zijn vader op zeer kleine schaal vervaardigd. in 1919 begon Louis met de productie van blauwdrukmateriaal op een eigen prepareermachine. Hij maakte een kopieervloeistof die lichtgevoeliger én langer houdbaar was dan de gangbare materialen. Dit nieuwe materiaal was succesvol, maar de onderzoeker Louis was er nog niet tevreden mee. Blauwdruk leverde een kopie van witte lijnen op een blauwe ondergrond. Dat is niet makkelijk leesbaar. Louis zocht naar een methode om zwarte lijnen op een witte ondergrond te krijgen.
Een octrooiaanvrage van het Duitse bedrijf Kalle uit 1921 voor het maken van kopieën met diazochemicaliën wekte Louis’ belangstelling. Hij richtte zich op diazoverbindingen en dat bleef niet zonder succes. In 1927 kwam hij met zijn eerste product: ‘Primulin’. Het bedrijf maakte vanaf dat moment twee producten voor kopieën in de tekenkamer: blauwdrukmateriaal en Primulin.
Het Primulinpapier kwam echter in conflict met de octrooien van Kalle en Louis werkte hard om een diazomateriaal te maken dat dat niet deed. Al snel na de introductie van het Primulinpapier introduceerde Louis een diazomateriaal dat geen gebruik maakte van een kleurstofcomponent. Van der Grinten kreeg zelfs in 1930 octrooi op deze nieuwe vinding.
Het nieuwe materiaal kreeg de naam ‘O.C.’, “Ohne Componente’. Later werd deze productnaam, met een toegevoegde ‘ é ‘, de naam voor het hele concern: Océ.
Naast Louis van der Grinten ging broer Karel een sterke rol spelen in de uitbouw van de onderneming tot wereldwijde producent van reproductiemateriaal. Ook Karel was een echte researchman. Hij bracht vele uren door in het laboratorium en was keer op keer in staat de vindingen van zijn broer Louis productierijp te maken.
Daarnaast stak hij veel energie in het verbreden van het internationale netwerk van hun bedrijf. Hij maakte een aantal grote reizen, naar Oost-Europa, Zuid-Amerika, Afrika en zelfs het Verre Oosten. Door de inspanningen van Karel verwierf de onderneming een groot aantal afzetkanalen voor producten van het halfnatte diazoprocédé. Met veel licentienemers bouwden de broers goede relaties op.
Zo waren de taken helder verdeeld onder de drie broers. Louis was de onderzoeker die de technische richting aangaf. Daarnaast redigeerde hij de contracten met licentiehouders. Karel hielp Louis met onderzoek en bereisde daarnaast de wereld om het verkoopnetwerk op te bouwen. Piet zorgde met zijn Boterkleursel dat het nodige geld binnenkwam en waakte daarnaast zorgvuldig dat dat geld niet werd verbrast. In onderling goed samenspel konden de broers stap voor stap een onderneming opbouwen die over de hele wereld zou worden gezien als een bedrijf van eerste kwaliteit, dat goede producten van unieke aard aanbood op een degelijke, eerlijke, commerciële basis.